Jaargang 14 - nr. 29 - februari 2012

  • Op 3 maart 1945 voerden Engelse vliegtuigen een bombardement uit op het Bezuidenhout in Den Haag. Ondanks het feit, dat een eerder bombardement op 21 en 22 februari al de daar door de Duitsers opgestelde V-2's merendeels hadden uitgeschakeld, werd door een communicatiefout dit bombardement toch uitgevoerd. Ruim 550 mensen kwamen hierbij om het leven en 250 werden zwaargewond. Een van de slachtoffers was Jacoba Catharina van Engelenburg, echtgenote van Willem Petrus Schram en moeder van twee dochters. Zij woonde aan de Hobbemastraat 21 in de wijk Bezuidenhout.
  • Op 11 mei 1858 overlijdt te Amsterdam Sibilla van Engelenburg, weduwe van Jakob Klein en echtgenote van Jan Schriek. Haar dochter Elisabeth Klein is dan 15 jaar oud en wordt opgenomen in het Diaconessenweeshuis aan de Nieuwe Keizersgracht 120 te Amsterdam. Daarvoor wordt een beschrijving opgemaakt van de boedel van Sibilla en Jan, die zich bevindt in het Stadsarchief van Amsterdam. De schulden bedragen echter meer dan de bezittingen en het weeshuis laat deze dan ook over aan Jan Schriek en zijn kinderen. Elisabeth wordt wel opgenomen, maar niet eerder dan dat zij een bewijs van vaccinatie heeft overlegd.

 

Jaargang 14 - nr. 30 - augustus 2012

In dit nummer een overzicht van Van Engelenburgen, die gekozen hebben voor een militaire loopbaan:

  • Jan van Engelenburg (1878-1956) is in 1902 luitenant ter zee 1e klasse en dient in 1906 op de Hr. Ms. Van Galen. In dat jaar wordt hij op non-actief gesteld, omdat hij zijn vader opvolgt als directeur van de Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers te Nijmegen. Jan is de naamgever van de reddingboot "Jan van Engelenburg" van de KNRM.
  • Jans jongere broer Willem Johan Hendrik van Engelenburg (1887-1986) wordt in 1906 toegelaten als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. In 1910 voldoet hij aan het examen voor 2e luitenant bij het regiment Vesting-artillerie te Naarden. In juli 1922 wordt hem eervol ontslag verleend.
  • Hun neef Frans Carel Willem van Engelenburg (1882-1933) studeert ook aan de K.M.A. in Breda en wordt in 1909 als 2e luitenant gedetacheerd bij het 2e regiment Vesting-artillerie in Naarden. Na een lange carrière krijgt hij in 1927 het bevel over de 2e schoolcompagnie van het korps Luchtdoelartillerie in Utrecht. In 1931 gaat hij met pensioen.
  • Jan van Engelenburg (1895-1976) is de jongste broer van Frans Carel Willem. Hij begint in 1913 aan zijn opleiding bij de K.M.A. in Breda, maar krijgt in zijn 2e studiejaar te maken met de mobilisatie in verband met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Op 1 juni 1915 keert hij terug naar de Academie tot hervatting van de geschorste lessen. In april 1938 wordt Jan als kapitein van het 3e regiment infanterie te Bergen op Zoom ingedeeld bij het tweede bataljon en overgeplaatst naar Roosendaal. Het is niet bekend, wanneer hij de militaire dienst heeft verlaten.
  • Jan van Engelenburg (1900-1971) slaagt in 1924 voor het doctoraal examen Geneeskunde en in 1926 wordt hij benoemd tot officier van gezondheid 2e klasse bij de Geneeskundige Dienst van het leger in Nederlands-Indië. Hij werkt in de jaren daarna in de militaire hospitalen van Tjimahi, Menado en Magelang. In 1948 keert Jan met zijn gezin terug naar Den Haag.
  • Over de carrières van Willem van Engelenburg (1912-2005, luitenant-kolonel der Genie) en Herbert van Engelenburg (1937-1969, stoker en machinist bij de Koninklijke Marine) is verder niets bekend.

 

Jaargang 15 - nr. 31 - maart 2013

  • Gedoe rond de erfenis van Anna Maria Gaasbeek, echtgenote van Jan van Engelenburg. Zij overlijdt op 7 februari 1898 in Geldersch Veenendaal, maar de erfgenamen kunnen het niet eens worden over de verdeling van het huis en de percelen land die zij bezit. De rechter moet eraan te pas komen en die beslist op 26 september 1898 dat alles dan maar verkocht moet worden.
  • Familieportret van Jacobus Nicolaas van Engelenburg (1884-1966), gehuwd met Hendrika Alida Boxman. In oktober 1922 wordt hij benoemd tot deurwaarder bij de rechtbank te Rotterdam en vestigt hij zijn kantoor, samen met compagnon Willem Hendrik Driesen, aan de Wijnhaven 86. Vanaf die tijd verschijnen er in de kranten advertenties van openbare verkopen en veilingen en artikelen over rechtszaken, die hij heeft bijgewoond. Per 1 januari 1936 wordt Jacobus benoemd tot eerste deurwaarder bij de Arrondissementsbank te Rotterdam en gaat hij een compagnonschap aan met Bart Berkel. Op 1 november 1954 wordt aan Jacobus Nicolaas van Engelenburg door de Minister van Justitie eervol ontslag verleend.

Jaargang 15 - nr. 32 - augustus 2013

  • Engelberdina Johanna van Engelenburg (1875-1944) viert op 4 mei 1929 het feit, dat zij 25 jaar in dienst is bij de N.V. Stoomwasscherij C.D. Borgh & Zn aan de Bellevoystraat 65 in Rotterdam. In 1929 is zij hoofd van de Sorteerafdeling en heeft duidelijk gekozen voor een carrière boven een leven als echtgenote en huisvrouw. In 1933, op 57-jarige leeftijd, keert Engelberdina terug naar haar geboorteplaats Arnhem en woont zij in bij haar zus.
  • In de serie huizen Engelenburg aandacht voor een zomerverblijf in Beusichem. Het is in de 2e helft van de 19e eeuw gebouwd en de eerste bewoner is Jan Charles van Dam van Snelrewaard, die ook eigenaar is van de steenfabriek in Beusichem. Na zijn overlijden in 1894 wordt het Zomer- en Winterverblijf "Engelenburg", bestaande in dubbel Heerenhuis met Koetshuis, Stalling, Schuur en grooten Tuin te koop of te huur aangeboden. Het huis wordt verkocht door de familie Beijnen. Zoon Toon Beijnen staat bekend als de succesvolste Nederlandse roeier: hij won een gouden Olympische medaille in 1924, zes Europese titels en was twaalf maal Nederlands kampioen. Tijdens de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog is de staf van de Duitse generaal Baskowitsch in de Engelenburg gelegerd, terwijl Toon Beijnen nog steeds verzetswerk doet en als commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten hulp biedt bij het overbrengen van neergeschoten  geallieerde piloten naar bevrijd gebied.

 

Jaargang 16 - nr. 33 - maart 2014

  • In Nijmegen is een aantal gevelstenen te vinden, die toe te schrijven zijn aan de bankiers en steenfabrikanten Van Engelenburg.  In 1861 wordt een gevelsteen ingemetseld in de villa Jachtlust aan de Schependomlaan 51 door de twee zoons van steenfabrikant Jan van Engelenburg en Anna Catrina Duijs. In 1909 laat bankier Lambertus Cornelis van Engelenburg een villa bouwen op de hoek van de Oranjesingel en de Van Schevickhavenstraat (nu Prins Bernhardstraat 1). De eerste steen wordt ingemetseld door twee van zijn kleinzoons. Jan van Engelenburg, zoon van Lambertus Cornelis, legt op 2 april 1932 een eerste steen  in het pand van de Kamer van Koophandel aan de Mariënburg 88. Van 1924 tot 1936 is hij voorzitter van deze Kamer.
  • Een artikel met veel anekdotes en verhalen over het Scheveningse echtpaar Floor Ment Toet en Lena Taal en hun dochter Jacoba Toet, die trouwt met Cornelis Pieter van Engelenburg.
  • In 1968 wordt in een leegstaande winkel in de Vletstraat in Rotterdam een 30-jarige Marokkaan doodgestoken. Het pand is eigendom van de koopman in groenten en fruit en metalen Jacob van Engelenburg. Hij heeft de man en zijn twee vrienden slapend in een autowrak aangetroffen en hen de achterkamer van zijn winkel als onderdak aangeboden.
  • Drie keer wordt in Veenendaal het eerste kievitsei gevonden door een Van Engelenburg: op 14 februari 1954 door Willem van Engelenburg (1936-1997), op 1 april 1958 door Jan van Engelenburg en Wout van Wakeren uit Geldersch Veenendaal en op 27 maart 1962 door Willem van Engelenburg (een broer van Jan) in een weiland aan de Vijgendam in Veenendaal.